Participatiedrempels
De sportclub is voor veel mensen (nog) ongekend terrein. Ze ervaren drempels om deel te nemen aan sport in georganiseerd clubverband.
De Vlaamse Trainersschool onderscheidt in haar cursusteksten zes participatiedrempels:
1) Informatiedrempel: hindernissen rond de bekendheid, leesbaarheid, verspreiding en begrijpelijkheid van het sportaanbod (vb. waar en hoe inschrijven?)
2) Praktische drempel: o.a. de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het aanbod (vb. bereikbaarheid van de sportaccommodatie met de bus)
3) Sociale drempel: de drempel om de veiligheid van de eigen omgeving te verlaten en naar het sportaanbod toe te stappen (vb. ter plaatse in interactie te treden met allerlei personen in de sportclub)
4) Culturele drempel: het ontbreken van de bagage/kennis die van de deelnemers verwacht wordt (vb. geen kennis hebben van de organisatiecultuur van een sportclub)
5) Psychologische drempel: heeft vaak te maken met angst voor het onbekende en minderwaardigheidsgevoelens (vb. gebrekkig Nederlands spreken)
6) Financiële drempel: deelnemen aan sport kost dikwijls geld (vb. lidmaatschap, sportuitrusting, drankje in de kantine, vervoer, …)
Uit de Marge vzw, het Vlaams steunpunt voor jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren, spreekt over drempels die gaan over de 5 B’s:
1) Betaalbaarheid: de financiële drempel (vb. lidmaatschap, sportuitrusting, drankje in de kantine, vervoer, …)
2) Bereikbaarheid: o.a. de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het aanbod (vb. infrastructuur die aangepast is aan rolstoelgebruikers)
3) Beschikbaarheid: heeft te maken met de toelatingsvereisten en de relatie met de begeleiding in de sportclub (vb. een trainer die openstaat voor spelers van alle niveaus)
4) Begrijpbaarheid: gaat over de sportclub als organisatievorm en ongeschreven regels (vb. weten ouders dat ze moeten komen supporteren?)
5) Bruikbaarheid: gaat over het feit of mensen iets hebben aan het aanbod en heeft te maken met de betekenis die de sporter eraan geeft (vb. de sportclub is een plaats waar je vrienden maakt)
Professor Marc Theeboom (VUB) spreekt in zijn publicatie “Vechtsporten met een +. Extra kansen voor kwetsbare jongeren”[1] over structurele, persoonlijke en mediërende drempels in verband met sportparticipatie.
1) Structurele drempels: hebben te maken met een gebrek aan sportfaciliteiten in de buurt, een gebrek aan een (sportief) ondersteunend netwerk (ouders en/of vrienden die zelf geen of weinig belang hechten aan sport) of een gebrek aan transportfaciliteiten (geen aanwezigheid van openbaar vervoer of niet in het bezit zijn van eigen vervoersmogelijkheden).
2) Persoonlijke drempels: o.a. een negatief zelfbeeld, geen of beperkte sociale vaardigheden waardoor initiële contacten moeilijk gelegd worden, een gebrek aan financiële middelen en weinig tijdsstructuur (geen competentie om de eigen tijd enigszins systematisch te kunnen indelen).
3) Mediërende drempels: onder meer over selectiemechanismen en attitudes van coaches en clubbestuur ten opzichte van bepaalde groepen. Ook wordt gesteld dat de samenleving bepaalde personen bestempelt als anders en er bepaalde verwachtingen aan vastkoppelt. Deze factoren fungeren als impliciete of expliciete uitsluitingsmechanismen, waardoor sommigen zich niet welkom voelen in een organisatie.
[1] Theeboom, M. & Verheyden, E. (2011). Vechtsport met een plus. Kansen voor kwetsbare jongeren. Brussel: Academic Scientific Publishers.